Ieder lichaam is anders, maar voor ieder lichaam geldt: als er meer energie in gaat dan wordt verbruikt, neemt het gewicht toe. Jouw spijkerbroek is een goede graadmeter. Wil je harde cijfers, dan zijn er verschillende methoden die je de spiegel voorhouden.

1. De Body Mass Index (BMI)

De BMI berekent de verhouding tussen je lengte en gewicht. Daar is een formule voor namelijk: lengte (m) x lengte (m) : gewicht (kg). Dus bijvoorbeeld 1.65 m x 1.65 m: 70 kg = 26. Bij een uitkomst tussen de 18 en 25 heb je een gezond gewicht. Tussen de 25 en 30 heb je overgewicht en bij een BMI boven de 30 heb je obesitas. Op zich is dit een prima methode, echter is onduidelijk waar het vet zit. En dat is wel belangrijk, zo is buikvet vooral ongezond. Voor mensen die veel trainen en gespierd zijn, is deze methode ongeschikt. Spieren wegen meer dan vet. Iemand met een gezond afgetraind lichaam kan daardoor makkelijk een BMI hebben hoger dan 25.

2. Meten middelomtrek

Je kunt met een centimeter gemakkelijk je middelomtrek meten. Vrouwen met een middelomtrek tussen de 68 en 80 centimeter hebben een gezond gewicht. Bij mannen mag dat tussen de 74 en 89 centimeter zijn. Alles daarboven is overgewicht. Wie eenmaal is begonnen met afvallen, kan zo gemakkelijk bijhouden of er ook al centimeters vanaf zijn. De weegschaal laat ook zien of je gewicht kwijt bent, maar dat kan ook vocht zijn of spiermassa. En we willen natuurlijk vet verliezen!

3. Weegschaal met vetmeter

Ben je lid van een sportschool? De meeste sportscholen hebben geavanceerde weegschalen die niet alleen je gewicht meten maar ook je BMI, spiermassa en vetpercentage. Hoewel niet elke weegschaal even goed is, krijg je wel een indicatie van de samenstelling van jouw lichaam. En je bent meteen op de juiste plek om er wat aan te doen!

4. Kleding

Jouw kleren leveren misschien wel het beste bewijs dat je bent aangekomen of overgewicht hebt. Moet je riem steeds een gaatje losser, dan weet je het ook wel. Ga niet bij de pakken neer zitten. Pak je favoriete, maar nu net te strakke, spijkerbroek en hang hem op aan je kledingkast. Eén blik op die broek en je weet waar je het voor doet, weer in die fijne spijkerbroek passen!

5. Een huidplooimeting

De huidplooitang is misschien wel het meest gehate instrument, het is ook het meest betrouwbare instrument om het vetpercentage te meten. De huidplooitang meet het aantal millimeters vet op vier verschillende plaatsen: de biceps, de triceps, onder het schouderblad en bij de buik (schuin boven de heup). Weinig mensen hebben een huidtang thuis, maar misschien dat jouw sportschool er eentje heeft. Veel diëtisten hebben er ook eentje.