Wanneer we willen vermageren, is het weglaten van de zichtbare vetten vaak het eerste waar we aan denken. We laten de smeerstof op ons brood weg en bakken met een bakvel of een antikleefpan.
Echter, ons lichaam heeft een bepaalde hoeveelheid vet nodig. Vetten in onze voeding zijn niet alleen een energiebron, ze bevatten ook vitamine A en D alsook essentiële vetzuren die zorgen voor bepaalde lichaamsfuncties. Vetten ins onze voeding zorgen ook voor een goede darmwerking. Bovendien geeft het vetweefsel in ons lichaam ook bescherming tegen de kou.

Dagelijkse hoeveelheid vetten

We hebben dagelijks een hoeveelheid zichtbaar vet nodig. Van belang is wel een goede keuze te maken tussen verzadigd –en onverzadigd vet. Verzadigd vet doet de cholesterol stijgen. Verzadigd vet kan je herkennen doordat het op kamertemperatuur gestold is (boter, vaste bak- en braadvetten, hard frituurvet, vetten in vlees en vleeswaren,…). Onverzadigd vet hebben een gunstig effect op de cholesterol en beschermen dus tegen hart- en bloedvaten. Deze zijn vloeibaar op kamertemperatuur (olie, vloeibaar bak- en braadvet, dressings,…).
Het is aldus van groot belang dat men dagelijks een portie zichtbaar vet inschakelt maar er vooral op let dat men een goede keuze maakt qua soort vet. Een 20g vet/persoon/dag is nodig.

Daarnaast hebben de vetten in vis ook een gunstig effect op hart en bloedvaten. Schakel dus zeker 2x/week vis in, en in het bijzonder ook vette vis (makreel, zalm, haring,…).