Ammoniakgeur na het sporten?
Ammoniakgeur na het sporten?
Sommige BCM-deelnemers, die regelmatig gaan sporten, stellen vast dat na de inspanning hun zweet anders ruikt. Ze stellen een lichte ammoniakgeur vast.
Hoe komt dit nu?
Uitgangssituatie
Meestal wordt dit vastgesteld wanneer men (nog) relatief ongetraind is. Dat is niet erg, maar wel van belang als het gaat om de gewenning van het lichaam aan langdurige en intensieve sportinspanningen, want die kosten veel energie. Door het toegenomen energieverbruik gebeuren er veranderingen binnen de lichaamsstofwisseling en energiehuishouding.
Energiestofwisseling
Sport, en zeker duursport, betekent dat de energievoorraden in het lichaam flink worden aangesproken. Deze energievoorraden vult men aan door de dagelijkse inname van voedingsmiddelen.
In het algemeen worden drie groepen van macronutriënten uit de voeding onderscheiden:
- Koolhydraten (KH);dit zijn suikers (glycogeen) in de spieren en lever.
- Vetten;die zitten onder de huid en rondom de inwendige organen.
- Eiwitten;in spieren en organen.
Afhankelijk van de beschikbare hoeveelheden en de snelheid waarmee deze energie kan worden vrijgemaakt, verbruiken we normaal gesproken eerst de energiebron 1, daarna bron 2 en soms bron 3. Dit kan evenwel per individu enorm verschillen. De totale energiebehoefte van sporters wordt namelijk door talrijke factoren bepaald, zoals hoeveelheid spieren, klimaat, …
Eiwitverbranding
Als de energiebehoefte groter is dan de ingenomen energie via het voedsel, ontstaat er een zogenaamde ‘negatieve energiebalans’. Dat houdt meestal in dat de KH-voorraad uitgeput is en de vetverbranding en/of eiwitverbranding eerder worden aangesproken.
Ondertussen weten we dat bij zware en langdurige duursportactiviteiten 5-15% van de geleverde energie uit eiwitten afkomstig is. Door verbranding van eiwitten ontstaan ook afvalproducten. Het kenmerkende van eiwitverbranding is het ontstaan van een negatieve stikstofbalans. Stikstof komt namelijk vrij uit het afgebroken eiwit en dat wordt waargenomen door een verhoogd ureum in de urine en door een ammoniakgeur! Ammoniak komt naar buiten via de uitademingslucht (2) en het lichaamszweet! En dat laatste is een erg penetrante lucht!
Verhoogde ammoniakvorming
Zweet is natuurlijk zeer belangrijk voor het handhaven van de juiste lichaamstemperatuur. We moeten tenslotte de warmte als gevolg van de energieverbranding kwijt. Gunstige bijkomstigheid daarbij is dat het zweet, samen met het gebruikelijke vetlaagje op de huid, door de onaangename zuurgraad een barriëre vormt voor kwalijke bacteriën.
Naast duursport bestaan er ook andere situaties, waarbij door een versterkte eiwitafbraak, ammoniak gevormd wordt. Hierbij moet gedacht worden aan:
- Een ziekte of infectie, waardoor een temperatuurverhoging met extra eiwitafbraak optreedt.
- Een slechte hygiëne, waardoor een overmaat aan bacteriën op de kwetsbare huid toeslaat met ammoniakvorming tot gevolg (3).
- Het veelvuldig dragen van ongewassen kleding (3).
- Maar deze laatste drie situaties worden zelden of nooit bij duurlopers gezien.
Preventie van overmatige ammoniakvorming
Om een overmaat aan onnodige eiwitafbraak te voorkomen zijn de volgende tips van belang:
- Een rustige trainingsopbouw, waarbij laag intensief getraind wordt. Omdat men dat niet altijd zelf kan bepalen en doseren, is een deskundige begeleiding, zoals bij een atletiekvereniging gebeurt, aan te raden.
Het is van belang dat men niet traint met een te hoge hartslag, maar rustig loopt. Je hartslag tijdens het lopen zou ongeveer 60% à 70% van je maximale hartslag (=220 – uw leeftijd Bv. 220 – 40 jaar= 180) moeten zijn. Je moet eigenlijk zo langzaam lopen, dat je het als prettig ervaart.
- Altijd schone sportkleding dragen.
- Douchen/afspoelen van een bezweet lichaam na afloop van een langdurige sportinspanning voorkomt blijvende onaangename lichaamsgeurtjes, zoals een ammoniaklucht.
- Toepassen van een dieet ter handhaving van een goed energie-evenwicht en lichaamsgewicht!! Dit betekent vaak een KH-rijke voeding. Het beste kan je daarvoor een diëtiste raadplegen.
Kort samengevat:
De energiebehoefte is door het duurlopen plots (aanzienlijk) verhoogd! Gemiddeld is bij mannelijke professionele duursporters sprake van een energieverbruik van 75 kcal/kg lichaamsgewicht/dag. Dus bij een gewicht van 75-80 kg betekent dat soms een verbruik van 6000 kcal per dag (1)! Bij een negatieve energiebalans ontstaat meer ammoniak, zijnde een afvalprodukt van de eiwitverbranding.
Bij beginnnende sporters spreken we over maladaptatie door relatieve ongetraindheid t.o.v. de zware spierinspanning, waardoor extra eiwit verbrand wordt. Adaptatie (balansvorming) door training vergt aanzienlijk meer tijd! Als je de balans tussen energieverbruik en energie-opname weet te verbeteren, dan zal de lucht letterlijk en figuurlijk snel opklaren!
Bron:
1) Bruijne J. de Kemper HCG. Belasting, lichaamssamenstelling en lichaamsgewicht. In: Fysiologie voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Revalidatie. Lemma, Utrecht, 1995: 446-447.
2) Houtman ILD en Schlatmann HFPM. Fysiologie voor de sportpraktijk. Utrecht, De Tijdstroom, 1988; pg. 36.
3) Runner’s World. Ammoniakgeur onder de douche. Augustus 2000; pg. 55