De huidige wetgeving rond lightproducten is weinig duidelijk. Momenteel is de volgende regel van toepassing. De term “light” zou alleen toegestaan zijn, als het verschil in energiewaarde in vergelijking met het oorspronkelijke voedingsmiddel of soortgelijk voedingsmiddel ten minste 30% bedraagt. Deze regel is terug te vinden in de wetgeving inzake het gebruik van zoetstoffen en is daarom in strikte zin niet van toepassing op producten met een verlaagd vetgehalte.

De term “light” wordt ook gebruikt om aan te geven dat er minder van een bepaalde voedingsstof in een voedingsmiddel zit, bijvoorbeeld alcohol, zout of cafeïne en zegt in deze gevallan dus niets over de energiewaarde.

Minder koolhydraten of vetten

Lightproducten bevatten minder koolhydraten of vetten en zullen dus ook minder calorieën leveren. Minder calorieën is niet hetzelfde als geen calorieën. Het feit dat een product minder suiker bevat, betekent niet automatisch dat het ook minder vet bevat en omgekeerd. Sommige zoete desserts bevatten in hun lightversie nog altijd meer calorieën dan bijvoorbeeld een stuk fruit.

Lightproducten niet als surplus

Het oorspronkelijke product vervangen door lightproducten kan helpen om de energie-inname te verminderen. Een voorwaarde is wel dat er niet meer van het lightproduct gebruikt wordt, bijvoorbeeld: een boterham niet extra dik, maar gewoon beleggen met light platte kaas.

De lightproducten mogen ook niet als surplus naast de gewone voeding gebruikt worden. Zo blijven bijvoorbeeld light-chips of light-koekjes nog steeds tot de restgroep behoren in de actieve voedingsdriehoek. Zij zijn dus niet noodzakelijk in een gezonde voeding.

Lightproducten kunnen dus wel bijdragen tot een lijnvriendelijke voeding, maar een gewichtsverlies is niet gegarandeerd.